Skip to main content
maandag 16 september 2024

Reactie MOS op regeerakkoord

Regeerakkoord: naar een gezonder, sportiever en fitter Nederland? 
Constateringen en adviezen Maatschappelijke Organisaties in de Sport

Het gepresenteerde ‘Regeerprogramma’ van kabinet-Schoof stelt de focus te leggen op het bevorderen van bestaanszekerheid, leefbaarheid en gezondheid. Een belangrijk vertrekpunt voor het overbruggen en dichten van afstanden die kwetsbare doelgroepen in onze samenleving ervaren.

Als Maatschappelijke Organisaties in de Sport (MOS) zetten we ons dagelijks in om afstanden tot sport en bewegen te verkleinen voor mensen in kwetsbare posities. Zodat iedereen mee kan doen, in en door sport. Maar dat gaat niet vanzelf.

Hoewel in het voorliggende regeerprogramma erkenning is voor de noodzaak om extra aandacht te geven aan groepen die minder deelnemen aan sport en bewegen, wordt deze ambitie op enkele cruciale punten bedreigd door de voorgenomen maatregelen van het kabinet.

We constateren tegenwerkende maatregelen die de ambitie ‘naar een gezonder, sportiever en fitter Nederland’ in de weg staan. Deze constateringen voorzien we graag van adviezen om te komen tot duurzame oplossingen en een duurzaam vitale sport- en beweegsector waarin iedereen mee kan doen.

We zetten ons de komende periode in om het gesprek aan te gaan met politiek, beleid en praktijk om onze constateringen en adviezen voor vervolg te delen.

Tegenwerkende maatregelen

MOS constateert de volgende tegenwerkende maatregelen: 

1. Geen integraal investeringsmodel preventie: Investeringen in preventie worden volgens het regeerprogramma onvoldoende gerelateerd aan besparingen in het zorgstelstel. De sport- en beweegsector heeft in de afgelopen jaren het rendement van sport en bewegen voor het besparen van zorgkosten aan kunnen tonen. Sport en bewegen lijkt echter niet als partner te worden beschouwd bij het komen tot een investeringsmodel voor preventie, terwijl dit juist vraagt om een integrale benadering (zoals ook verderop wel wordt geconcludeerd).

2. Bezuinigingen op sport en bewegen: Er wordt een aanzienlijke bezuiniging van 10% aangekondigd op het gemeentefonds, wat een risico lijkt voor de lokale inzet van buurtsportcoaches en de organisatie van sociale sportinitiatieven. Sport- en beweegstimulering is als niet wettelijke gemeentetaak een kwetsbaar beleidsveld.

3. Gebrek aan geoormerkte middelen: Daarnaast worden specifieke uitkeringen (voor sport en bewegen) juist overgeheveld naar het gemeentefonds. Sport zal met andere beleidsterreinen moeten concurreren om aanspraak te maken op middelen die nu via een speciale regeling nog rechtstreeks bij sport terechtkomen. Dit vermindert de kans om de kracht van sport en beweging te benutten voor preventie en gezondheidsbevordering, vooral in gemeenten met financiële tekorten.

4. De btw-verhoging op sport: De voorgenomen btw-verhoging voor sport zal leiden tot een verhoogde belasting voor sportorganisaties, wat de toegankelijkheid van sportactiviteiten voor mensen in kwetsbare posities in het bijzonder negatief beïnvloedt.

5. Herstructurering kansspelbelasting: De hervorming van de kansspelbelasting zal onbedoeld de financiële middelen beïnvloeden die beschikbaar zijn voor (maatschappelijke) sportorganisaties, wat zal leiden tot verminderde middelen voor sportactiviteiten en –initiatieven voor kwetsbare doelgroepen.

6. Maatschappelijke diensttijd (MDT): De voorgenomen afschaffing van het MDT-programma zal de inzet van jongeren in sportactiviteiten en maatschappelijke projecten verminderen. Het ontneemt tienduizenden jongeren de kans via sport- en gemeenschapsprojecten te investeren in hun persoonlijke ontwikkeling en perspectief.

Adviezen MOS

Stichting MOS adviseert naar aanleiding van bovengenoemde constateringen: 

a. Geen bezuinigingen op sport- en beweegbudgetten: Het is van groot belang om de aangekondigde bezuinigingen op sport- en beweegbudgetten te heroverwegen. Bezuinigingen op buurtsportcoaches en andere programma’s gericht op kwetsbare groepen kunnen de vooruitgang in gezondheidspreventie ernstig ondermijnen. Er dient een gedegen evaluatie van de gevolgen van deze bezuinigingen plaats te vinden en alternatieve financieringsbronnen moeten worden gezocht om deze impact te beperken.

b. Oormerken van sportmiddelen: Om te voorkomen dat sportbudgetten door politieke keuzes op andere beleidsterreinen worden verminderd, is het noodzakelijk om sportmiddelen specifiek voor sport- en beweeginitiatieven te oormerken. Het instellen van een sportwet of anders een kaderwet kan algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures vastleggen, wat de bescherming van sportfinanciering waarborgt.

c. Verbetering van lokale sportinfrastructuur: Lokale sport- en beweeginitiatieven hebben vaak de grootste impact op kwetsbare groepen. Gerichte subsidies, steun voor buurtsportcoaches en investeringen in lokale sportfaciliteiten zijn cruciaal voor het bevorderen van sportparticipatie en gezondheid op lokaal niveau.

d. Geen btw-verhoging op sport en bewegen: De effecten van de btw-verhoging op sport- en beweegdiensten moeten herzien worden om ervoor te zorgen dat sportorganisaties niet onevenredig worden belast. Indien de btw-verhoging onvermijdelijk is, moeten compensatieopties voor sportorganisaties worden overwogen om de toegankelijkheid van sport en bewegen voor alle bevolkingsgroepen te waarborgen.

e. Herziening kansspelbelasting: De hervorming van de kansspelbelasting kan onbedoeld leiden tot een vermindering van financiële middelen voor sport- en beweegorganisaties, wat directe gevolgen kan hebben voor sportactiviteiten en maatschappelijke initiatieven. Het is van belang dat de maatschappelijke sport- en beweegorganisaties worden betrokken bij de besluitvorming en dat een minimale afdracht aan sport- en bewegen wordt gegarandeerd.

f. Compensatiemechanismen en alternatieve financieringsbronnen: Mocht de herstructurering van de kansspelbelasting leiden tot een daling van inkomsten, dan moeten compensatie worden ingesteld om de impact op sport- en beweegorganisaties te beperken. Dit kan onder meer door alternatieve financieringsbronnen of gerichte subsidies.

g. Implementatie van preventieprogramma’s: Sport en beweging moeten als kerncomponent van gezondheidspreventie worden geïntegreerd in beleid. Samenwerkingen tussen lokale overheden, sport- en beweegorganisaties en gezondheidsinstellingen zijn essentieel om preventieprogramma’s te ontwikkelen die sportparticipatie bevorderen en bijdragen aan een gezonde levensstijl.

h. Monitoring en evaluatie van beleidsmaatregelen: Regelmatige monitoring en evaluatie van de impact van bezuinigingen, btw-verhogingen en belastinghervormingen zijn noodzakelijk. Hierdoor kunnen negatieve gevolgen tijdig worden herkend en kan er bijgestuurd worden indien nodig.

Regeerakkoord: naar een gezonder, sportiever en fitter Nederland? 
Constateringen en adviezen Maatschappelijke Organisaties in de Sport

Het gepresenteerde ‘Regeerprogramma’ van kabinet-Schoof stelt de focus te leggen op het bevorderen van bestaanszekerheid, leefbaarheid en gezondheid. Een belangrijk vertrekpunt voor het overbruggen en dichten van afstanden die kwetsbare doelgroepen in onze samenleving ervaren.

Als Maatschappelijke Organisaties in de Sport (MOS) zetten we ons dagelijks in om afstanden tot sport en bewegen te verkleinen voor mensen in kwetsbare posities. Zodat iedereen mee kan doen, in en door sport. Maar dat gaat niet vanzelf.

Hoewel in het voorliggende regeerprogramma erkenning is voor de noodzaak om extra aandacht te geven aan groepen die minder deelnemen aan sport en bewegen, wordt deze ambitie op enkele cruciale punten bedreigd door de voorgenomen maatregelen van het kabinet.

We constateren tegenwerkende maatregelen die de ambitie ‘naar een gezonder, sportiever en fitter Nederland’ in de weg staan. Deze constateringen voorzien we graag van adviezen om te komen tot duurzame oplossingen en een duurzaam vitale sport- en beweegsector waarin iedereen mee kan doen.

We zetten ons de komende periode in om het gesprek aan te gaan met politiek, beleid en praktijk om onze constateringen en adviezen voor vervolg te delen.

Tegenwerkende maatregelen

MOS constateert de volgende tegenwerkende maatregelen: 

1. Geen integraal investeringsmodel preventie: Investeringen in preventie worden volgens het regeerprogramma onvoldoende gerelateerd aan besparingen in het zorgstelstel. De sport- en beweegsector heeft in de afgelopen jaren het rendement van sport en bewegen voor het besparen van zorgkosten aan kunnen tonen. Sport en bewegen lijkt echter niet als partner te worden beschouwd bij het komen tot een investeringsmodel voor preventie, terwijl dit juist vraagt om een integrale benadering (zoals ook verderop wel wordt geconcludeerd).

2. Bezuinigingen op sport en bewegen: Er wordt een aanzienlijke bezuiniging van 10% aangekondigd op het gemeentefonds, wat een risico lijkt voor de lokale inzet van buurtsportcoaches en de organisatie van sociale sportinitiatieven. Sport- en beweegstimulering is als niet wettelijke gemeentetaak een kwetsbaar beleidsveld.

3. Gebrek aan geoormerkte middelen: Daarnaast worden specifieke uitkeringen (voor sport en bewegen) juist overgeheveld naar het gemeentefonds. Sport zal met andere beleidsterreinen moeten concurreren om aanspraak te maken op middelen die nu via een speciale regeling nog rechtstreeks bij sport terechtkomen. Dit vermindert de kans om de kracht van sport en beweging te benutten voor preventie en gezondheidsbevordering, vooral in gemeenten met financiële tekorten.

4. De btw-verhoging op sport: De voorgenomen btw-verhoging voor sport zal leiden tot een verhoogde belasting voor sportorganisaties, wat de toegankelijkheid van sportactiviteiten voor mensen in kwetsbare posities in het bijzonder negatief beïnvloedt.

5. Herstructurering kansspelbelasting: De hervorming van de kansspelbelasting zal onbedoeld de financiële middelen beïnvloeden die beschikbaar zijn voor (maatschappelijke) sportorganisaties, wat zal leiden tot verminderde middelen voor sportactiviteiten en –initiatieven voor kwetsbare doelgroepen.

6. Maatschappelijke diensttijd (MDT): De voorgenomen afschaffing van het MDT-programma zal de inzet van jongeren in sportactiviteiten en maatschappelijke projecten verminderen. Het ontneemt tienduizenden jongeren de kans via sport- en gemeenschapsprojecten te investeren in hun persoonlijke ontwikkeling en perspectief.

Adviezen MOS

Stichting MOS adviseert naar aanleiding van bovengenoemde constateringen: 

a. Geen bezuinigingen op sport- en beweegbudgetten: Het is van groot belang om de aangekondigde bezuinigingen op sport- en beweegbudgetten te heroverwegen. Bezuinigingen op buurtsportcoaches en andere programma’s gericht op kwetsbare groepen kunnen de vooruitgang in gezondheidspreventie ernstig ondermijnen. Er dient een gedegen evaluatie van de gevolgen van deze bezuinigingen plaats te vinden en alternatieve financieringsbronnen moeten worden gezocht om deze impact te beperken.

b. Oormerken van sportmiddelen: Om te voorkomen dat sportbudgetten door politieke keuzes op andere beleidsterreinen worden verminderd, is het noodzakelijk om sportmiddelen specifiek voor sport- en beweeginitiatieven te oormerken. Het instellen van een sportwet of anders een kaderwet kan algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures vastleggen, wat de bescherming van sportfinanciering waarborgt.

c. Verbetering van lokale sportinfrastructuur: Lokale sport- en beweeginitiatieven hebben vaak de grootste impact op kwetsbare groepen. Gerichte subsidies, steun voor buurtsportcoaches en investeringen in lokale sportfaciliteiten zijn cruciaal voor het bevorderen van sportparticipatie en gezondheid op lokaal niveau.

d. Geen btw-verhoging op sport en bewegen: De effecten van de btw-verhoging op sport- en beweegdiensten moeten herzien worden om ervoor te zorgen dat sportorganisaties niet onevenredig worden belast. Indien de btw-verhoging onvermijdelijk is, moeten compensatieopties voor sportorganisaties worden overwogen om de toegankelijkheid van sport en bewegen voor alle bevolkingsgroepen te waarborgen.

e. Herziening kansspelbelasting: De hervorming van de kansspelbelasting kan onbedoeld leiden tot een vermindering van financiële middelen voor sport- en beweegorganisaties, wat directe gevolgen kan hebben voor sportactiviteiten en maatschappelijke initiatieven. Het is van belang dat de maatschappelijke sport- en beweegorganisaties worden betrokken bij de besluitvorming en dat een minimale afdracht aan sport- en bewegen wordt gegarandeerd.

f. Compensatiemechanismen en alternatieve financieringsbronnen: Mocht de herstructurering van de kansspelbelasting leiden tot een daling van inkomsten, dan moeten compensatie worden ingesteld om de impact op sport- en beweegorganisaties te beperken. Dit kan onder meer door alternatieve financieringsbronnen of gerichte subsidies.

g. Implementatie van preventieprogramma’s: Sport en beweging moeten als kerncomponent van gezondheidspreventie worden geïntegreerd in beleid. Samenwerkingen tussen lokale overheden, sport- en beweegorganisaties en gezondheidsinstellingen zijn essentieel om preventieprogramma’s te ontwikkelen die sportparticipatie bevorderen en bijdragen aan een gezonde levensstijl.

h. Monitoring en evaluatie van beleidsmaatregelen: Regelmatige monitoring en evaluatie van de impact van bezuinigingen, btw-verhogingen en belastinghervormingen zijn noodzakelijk. Hierdoor kunnen negatieve gevolgen tijdig worden herkend en kan er bijgestuurd worden indien nodig.

Deel dit artikel